Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to let off
[phrase form: let]
01
laten gaan, vergeven
to not punish someone for a wrongdoing, or only give them a light punishment
Transitive: to let off sb with a small punishment | to let off sb for a wrongdoing
Voorbeelden
The parent let the child off for breaking a vase, understanding that it was an accident and not a deliberate act of mischief.
De ouder liet het kind ongestraft voor het breken van een vaas, in het besef dat het een ongeluk was en geen opzettelijke daad van ondeugendheid.
The teacher let the student off with a detention for their prank, considering it a harmless act of mischief.
De leraar liet de leerling gaan met een straf voor hun grap, omdat hij het als een onschuldige ondeugd beschouwde.
02
afvuren, laten ontploffen
to cause an explosive weapon to discharge
Transitive: to let off an explosive
Voorbeelden
The soldiers let off a barrage of artillery fire during the battle.
De soldaten lostten een salvo artillerievuur af tijdens de slag.
The careless individual let a firecracker off in a crowded area, causing panic and chaos.
De onachtzame persoon liet een vuurpijl afgaan in een druk gebied, wat paniek en chaos veroorzaakte.
03
vrijstellen, laten gaan
to allow someone to be excused from a responsibility, obligation, or expectation
Dialect
British
Transitive: to let off sb
Voorbeelden
The teacher let the students off early for the day due to the unexpected snowfall.
De leraar liet de leerlingen eerder gaan vanwege de onverwachte sneeuwval.
The manager let the employee off from work to attend their child's school play.
De manager liet de werknemer van het werk gaan om de schoolvoorstelling van hun kind bij te wonen.



























