Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to lacerate
01
scheuren, verscheuren
to tear the skin or flesh, causing deep and often irregular wounds
Transitive: to lacerate a person or skin or flesh
Voorbeelden
The jagged glass shards lacerated his hand when he tried to pick them up.
De gekartelde glasscherven scheurden zijn hand toen hij ze probeerde op te rapen.
In the accident, the broken metal fence lacerated her leg, requiring immediate medical attention.
Bij het ongeluk heeft het gebroken metalen hek haar been opengereten, wat directe medische aandacht vereiste.
02
verscheuren, kwellen
to make someone suffer from a lot of emotional or mental pain
Transitive: to lacerate someone's emotions
Voorbeelden
The news of her friend 's betrayal lacerated her heart, leaving her in a state of profound sorrow.
Het nieuws van het verraad van haar vriend scheurde haar hart, waardoor ze in een staat van diepe droefheid achterbleef.
His cruel words lacerated her spirit, leaving behind scars that would take time to heal.
Zijn wrede woorden scheurden haar ziel, littekens achterlatend die tijd nodig hadden om te genezen.
03
verscheuren, kritiseren
to severely criticize or censure someone or something
Transitive: to lacerate someone's work
Voorbeelden
The film critic lacerated the director's latest movie, calling it a " disjointed mess " in her scathing review.
De filmcriticus hekelde de nieuwste film van de regisseur en noemde het een "onsamenhangende puinhoop" in haar scherpe recensie.
During the debate, the opposition leader lacerated the government's policies, accusing them of incompetence and neglect.
Tijdens het debat hekelde de oppositieleider het beleid van de regering en beschuldigde hen van incompetentie en verwaarlozing.
lacerate
01
gescheurd, gerafeld
having edges that are jagged from injury
02
gescheurd, onregelmatig gescheurd
irregularly slashed and jagged as if torn
Lexicale Boom
lacerated
laceration
lacerate



























