Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
jealous
01
jaloers, afgunstig
feeling angry and unhappy because someone else has what we want
Voorbeelden
Do n't be jealous of his success, you can achieve great things too.
Wees niet jaloers op zijn succes, jij kunt ook geweldige dingen bereiken.
He felt jealous when he saw his best friend talking to his crush.
Hij voelde zich jaloers toen hij zijn beste vriend met zijn crush zag praten.
02
jaloers, afgunstig
feeling suspicious or concerned about someone's intentions, especially regarding their relationship with someone else
Voorbeelden
He felt a jealous pang as his partner laughed with someone else across the room.
Hij voelde een steek van jaloezie toen zijn partner met iemand anders aan de andere kant van de kamer lachte.
She experienced a jealous anxiety when her best friend started spending more time with a new group.
Ze ervoer een jaloerse angst toen haar beste vriendin meer tijd begon door te brengen met een nieuwe groep.
Voorbeelden
She was jealous of her family's attention, wanting more of it for herself.
Ze was jaloers op de aandacht van haar familie en wilde meer voor zichzelf.
The artist was jealous of her creative space, fearing others might infringe upon her process.
De kunstenaar was jaloers op haar creatieve ruimte, uit angst dat anderen haar proces zouden kunnen verstoren.
Lexicale Boom
jealously
overjealous
jealous



























