Zoeken
to iterate
01
herhalen, itereren
to repeat or perform something again, often to make it clearer, better, or to emphasize specific points
Transitive: to iterate sth
Example
During the presentation, the speaker iterated the main points for clarity.
Tijdens de presentatie herhaalde de spreker de belangrijkste punten voor duidelijkheid.
The teacher iterated the instructions to ensure that everyone understood the assignment.
De leraar herhaalde de instructies om ervoor te zorgen dat iedereen de opdracht begreep.
02
herhalen, itereren
to go through a process again and again
Intransitive
Example
The software update iterated automatically, reinstalling itself whenever the system restarted.
De software-update herhaalde automatisch zichzelf, door zichzelf opnieuw te installeren telkens wanneer het systeem opnieuw opstartte.
The algorithm iterated through thousands of possible solutions before converging on the optimal solution.
Het algoritme herhaalde duizenden mogelijke oplossingen voordat het samenvloeide op de optimale oplossing.
word family
iter
Verb
iterate
Verb
iteration
Noun
iteration
Noun
iterative
Adjective
iterative
Adjective
reiterate
Verb
reiterate
Verb
