Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
invariable
01
onveranderlijk, constant
having a constant, unchanging nature
Voorbeelden
His morning routine was invariable, starting with a cup of coffee and a jog.
Zijn ochtendroutine was onveranderlijk, begon met een kopje koffie en een jogging.
The teacher 's invariable response to late assignments was a deduction in marks.
Het onveranderlijke antwoord van de leraar op te late opdrachten was een aftrek van punten.
Invariable
01
onveranderlijke, constante
a quantity that does not vary
Lexicale Boom
invariability
invariableness
invariably
invariable
invari



























