Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Interval
Voorbeelden
During the interval between classes, students gathered in the hallway to chat.
Tijdens het interval tussen de lessen verzamelden de studenten zich in de gang om te kletsen.
In the interval between meetings, she grabbed a quick coffee to recharge.
In het interval tussen vergaderingen nam ze een snelle koffie om op te laden.
02
interval, tussenruimte
a set of real numbers that includes all the numbers between any two specified numbers within the set
Voorbeelden
The interval ( a, b ), where a and b are real numbers, represents all numbers between a and b but excludes the endpoints.
Het interval (a, b), waarbij a en b reële getallen zijn, vertegenwoordigt alle getallen tussen a en b maar sluit de eindpunten uit.
In the closed interval [ c, d ], every number between c and d, including c and d, is part of the set.
In het gesloten interval [c, d] is elk getal tussen c en d, inclusief c en d, onderdeel van de verzameling.
03
interval, afstand
the distance between things
04
interval, verschil
a dissimilarity in pitch between two notes
Voorbeelden
The interval between the notes C and E is a major third.
Het interval tussen de noten C en E is een grote terts.
She practiced playing intervals to improve her sight-reading skills.
Ze oefende met het spelen van intervallen om haar bladmuziekleesvaardigheid te verbeteren.
05
pauze
a short break between different parts of a theatrical or musical performance
Dialect
British
Voorbeelden
The audience enjoyed refreshments during the interval of the play.
Het publiek genoot van verfrissingen tijdens de pauze van het toneelstuk.
The orchestra returned to the stage after a 15-minute interval.
Het orkest keerde terug naar het podium na een pauze van 15 minuten.
06
interval
an exercise that makes athletes switch between short, high intensity bursts of activities, each requiring different speeds or amount of effort



























