insure
in
ˌɪn
in
sure
ˈʃʊr
shoor
British pronunciation
/ɪnʃˈɔː/

Definitie en betekenis van "insure"in het Engels

to insure
01

verzekeren, waarborgen

to protect oneself or one's property by purchasing a policy that provides financial coverage against potential losses or risks
Transitive: to insure an asset
to insure definition and meaning
example
Voorbeelden
Individuals often insure their homes to safeguard against potential damages.
Individuen verzekeren vaak hun huizen om zich te beschermen tegen mogelijke schade.
Businesses may choose to insure their assets and operations to mitigate financial risks.
Bedrijven kunnen ervoor kiezen om hun activa en operaties te verzekeren om financiële risico's te beperken.
02

verzekeren, waarborgen

to make sure or certain that something will happen or be done correctly
Dialectamerican flagAmerican
Transitive: to insure sth
example
Voorbeelden
He took extra precautions to insure the safety of the workers on site.
Hij nam extra voorzorgsmaatregelen om de veiligheid van de werknemers op de locatie te verzekeren.
He made sure to insure the accuracy of the financial report before presenting it.
Hij zorgde ervoor dat hij de nauwkeurigheid van het financiële rapport verzekerde voordat hij het presenteerde.
03

verzekeren, waarborgen

to provide an insurance policy for you or your property
Transitive: to insure an asset
example
Voorbeelden
The company insured her property against flood damage with a comprehensive policy.
Het bedrijf verzekerde haar eigendom tegen schade door overstromingen met een uitgebreid beleid.
The bank insures the loan by requiring the borrower to have full insurance.
De bank verzekert de lening door van de lener te eisen dat hij een volledige verzekering heeft.
LanGeek
Download de App
langeek application

Download Mobile App

stars

app store