Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to insure
01
verzekeren, waarborgen
to protect oneself or one's property by purchasing a policy that provides financial coverage against potential losses or risks
Transitive: to insure an asset
Voorbeelden
Individuals often insure their homes to safeguard against potential damages.
Individuen verzekeren vaak hun huizen om zich te beschermen tegen mogelijke schade.
Businesses may choose to insure their assets and operations to mitigate financial risks.
Bedrijven kunnen ervoor kiezen om hun activa en operaties te verzekeren om financiële risico's te beperken.
02
verzekeren, waarborgen
to make sure or certain that something will happen or be done correctly
Dialect
American
Transitive: to insure sth
Voorbeelden
He took extra precautions to insure the safety of the workers on site.
Hij nam extra voorzorgsmaatregelen om de veiligheid van de werknemers op de locatie te verzekeren.
He made sure to insure the accuracy of the financial report before presenting it.
Hij zorgde ervoor dat hij de nauwkeurigheid van het financiële rapport verzekerde voordat hij het presenteerde.
03
verzekeren, waarborgen
to provide an insurance policy for you or your property
Transitive: to insure an asset
Voorbeelden
The company insured her property against flood damage with a comprehensive policy.
Het bedrijf verzekerde haar eigendom tegen schade door overstromingen met een uitgebreid beleid.
The bank insures the loan by requiring the borrower to have full insurance.
De bank verzekert de lening door van de lener te eisen dat hij een volledige verzekering heeft.
Lexicale Boom
coinsure
insurable
insurance
insure



























