Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
01
opmerking, mening
a statement that expresses a personal opinion or belief or adds information
Voorbeelden
She gave input on the proposed changes.
The committee invited input from all members.
02
ingang, ingangssignaal
signal going into an electronic system
Voorbeelden
The sensor provides input to the control system.
The technician checked the input from the microphone.
03
input, inbreng
a component of production; something that goes into the production of output
Voorbeelden
Labor is an important input in manufacturing.
Raw materials serve as inputs for production.
04
invoer, bijdrage
the information or events that stimulate action or response
Voorbeelden
The data gathered from the experiment provided crucial input for the research project.
De gegevens die uit het experiment zijn verzameld, leverden cruciale input voor het onderzoeksproject.
She sought diverse input from experts before making a decision.
Ze zocht diverse input van experts voordat ze een beslissing nam.
05
invoer, input
(computing) the act of inserting information into a computer
Voorbeelden
The user typed text into the computer, providing input that the word processor used to create a document.
De gebruiker typte tekst in de computer en gaf een invoer die de tekstverwerker gebruikte om een document te maken.
The game controller 's button presses served as input to control the character's movements on the screen.
Het indrukken van de knoppen van de gamecontroller diende als invoer om de bewegingen van het personage op het scherm te besturen.
to input
01
invoeren, toevoegen
to put data into a computer or any piece of electronic equipment
Transitive: to input data
Voorbeelden
She inputs her username and password to log into the computer.
Ze voert haar gebruikersnaam en wachtwoord in om in te loggen op de computer.
He inputs the customer's information into the database for record-keeping.
Hij voert de gegevens van de klant in de database in voor de administratie.
Lexicale Boom
input
put
