indifferent
in
ɪn
in
di
di
fferent
fɜrnt
fērnt
British pronunciation
/ɪndˈɪfɹənt/

Definitie en betekenis van "indifferent"in het Engels

01

onverschillig, onbetrokken

not showing any concern in one's attitude or actions toward a particular person, situation, or outcome
indifferent definition and meaning
example
Voorbeelden
She remained indifferent to the outcome of the game since she was n't a fan of either team.
Ze bleef onverschillig over de uitslag van de wedstrijd omdat ze geen fan was van een van de teams.
He appeared indifferent to his coworker's complaints, showing no sympathy.
Hij leek onverschillig voor de klachten van zijn collega, geen sympathie tonend.
02

onverschillig

showing no care or concern in attitude or action
03

onverschillig

(usually followed by `to') unwilling or refusing to pay heed
04

onverschillig

(often followed by `to') lacking importance; not mattering one way or the other
05

onpartijdig, neutraal

unbiased and not favoring one side
example
Voorbeelden
The judge remained indifferent, making a decision based solely on the evidence.
De rechter bleef onverschillig, een beslissing nemend die uitsluitend op bewijzen was gebaseerd.
He approached the negotiation with an indifferent mindset, avoiding any bias.
Hij benaderde de onderhandeling met een onverschillige mentaliteit, waarbij hij elke vooringenomenheid vermeed.
06

middelmatig, gemiddeld

fairly poor to not very good
07

onverschillig

neither too great nor too little
08

onverschillig, neutraal

being neither good nor bad
09

onverschillig, inert

having only a limited ability to react chemically; chemically inactive
10

onverschillig

marked by no especial liking or dislike or preference for one thing over another
LanGeek
Download de App
langeek application

Download Mobile App

stars

app store