imprison
imp
ˈɪmp
imp
ri
ri
son
zən
zēn
British pronunciation
/ɪmˈprɪzən/

Definitie en betekenis van "imprison"in het Engels

to imprison
01

gevangenzetten, opsluiten

to put someone in prison or keep them somewhere and not let them go
Transitive: to imprison a convict
to imprison definition and meaning
example
Voorbeelden
The court decided to imprison the convicted felon for a term of ten years.
De rechtbank besloot de veroordeelde misdadiger voor een termijn van tien jaar gevangen te zetten.
Law enforcement authorities may imprison individuals found guilty of serious crimes.
Handhavingsautoriteiten kunnen personen die schuldig zijn bevonden aan ernstige misdrijven gevangenzetten.
02

gevangenzetten, opsluiten

to restrict, limit, or confine someone or something
Transitive: to imprison sb somewhere
example
Voorbeelden
He was imprisoned in a small room without windows for hours.
Hij werd urenlang opgesloten in een kleine kamer zonder ramen.
The storm imprisoned the hikers in the remote cabin for several days.
De storm gevangen de wandelaars in het afgelegen hutje voor meerdere dagen.
LanGeek
Download de App
langeek application

Download Mobile App

stars

app store