Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Imprecation
01
vervloeking, verwensing
the act of speaking a curse or wish for harm to come to someone, often as an insult or expression of anger
Voorbeelden
The witch muttered an imprecation under her breath.
De heks mompelde een vervloeking onder haar adem.
He shouted an imprecation at the driver who cut him off.
Hij schreeuwde een vervloeking naar de bestuurder die hem afsneed.
02
laster, diffamatie
a false and damaging accusation against someone's character or reputation
Voorbeelden
The politician dismissed the claim as an imprecation from his rivals.
De politicus verwierp de bewering als een vervloeking van zijn rivalen.
Spreading imprecations can ruin a person's career.
Het verspreiden van laster kan iemands carrière ruïneren.
Lexicale Boom
imprecation
imprecate



























