Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
imminent
01
aanstaande, nabij
(particularly of something unpleasant) likely to take place in the near future
Voorbeelden
With tensions escalating between the two countries, war seemed imminent.
Met de escalerende spanningen tussen de twee landen leek oorlog op handen.
As the volcano continued to show signs of activity, residents feared an imminent eruption.
Terwijl de vulkaan tekenen van activiteit bleef vertonen, vreesden de bewoners een naderende uitbarsting.
02
aanstaande, nabij
referring to something that is on the verge of taking place
Voorbeelden
The team prepared for the imminent launch of the new product.
Het team bereidde zich voor op de aanstaande lancering van het nieuwe product.
With graduation day imminent, she felt both excitement and nervousness.
Met de aanstaande dag van afstuderen voelde ze zowel opwinding als nervositeit.
Lexicale Boom
imminently
imminentness
imminent
immin



























