Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Ice skate
Voorbeelden
She laced up her ice skates and glided gracefully across the frozen pond.
Ze bond haar schaatsen vast en gleed sierlijk over de bevroren vijver.
He sharpened his ice skates before the competition to ensure optimal performance on the ice.
Hij slijpte zijn schaatsen voor de wedstrijd om een optimale prestatie op het ijs te garanderen.
to ice skate
01
schaatsen, rijden op schaatsen
to move on ice using special boots with metal blades attached to them
Voorbeelden
She loves to ice skate at the rink during winter.
Ze houdt ervan om in de winter op de ijsbaan te schaatsen.
The couple enjoyed a romantic evening as they ice skated together.
Het stel genoot van een romantische avond terwijl ze samen schaatsten.



























