Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to hand out
[phrase form: hand]
01
uitdelen, overhandigen
to provide someone or each person in a group with something
Voorbeelden
She will hand out the pamphlets to the attendees before the seminar.
Zij zal de pamfletten uitdelen aan de deelnemers voor het seminar.
The teacher hands worksheets out at the beginning of each class.
De leraar deelt werkbladen uit aan het begin van elke les.
02
uitdelen, opleggen
to provide abstract or intangible things, such as punishments, compliments, judgments, advice, etc., to someone
Voorbeelden
The judge handed out a harsh punishment to the defendant for their involvement in the crime.
De rechter deelde een strenge straf uit aan de verdachte voor hun betrokkenheid bij het misdrijf.
The counselor handed out valuable advice to the troubled teenagers, guiding them toward making better life choices.
De adviseur deelde waardevol advies uit aan de problematische tieners en leidde hen naar het maken van betere levenskeuzes.



























