Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Halftime
01
rust, pauze tussen de twee helften
the interval or intermission between the two equal parts of a sports game
Voorbeelden
The score was tied at halftime.
De stand was gelijk bij halftime.
The coach gave an inspiring speech during halftime.
De coach gaf een inspirerende toespraak tijdens de rust.
Lexicale Boom
halftime
half
time



























