Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Graciousness
01
vriendelijkheid, hoffelijkheid
the quality of possessing politeness and good manners in one's actions and interactions with others
Voorbeelden
The graciousness of her response to criticism reflected her commitment to maintaining a positive atmosphere.
De gratie van haar reactie op kritiek weerspiegelde haar inzet om een positieve sfeer te behouden.
The event was marked by a pervasive graciousness, with attendees exchanging pleasantries and compliments.
Het evenement werd gekenmerkt door een alomtegenwoordige hoffelijkheid, waarbij deelnemers beleefdheden en complimenten uitwisselden.
02
vriendelijkheid, zachtaardigheid
the quality of being kind and gentle
Lexicale Boom
ungraciousness
graciousness
gracious
grace



























