Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
gracious
01
genadig, vriendelijk
characterized by kindness, politeness, and a warm, welcoming demeanor
Voorbeelden
She offered a gracious welcome to all the guests at the party.
Ze bood alle gasten op het feest een vriendelijk welkom aan.
Despite facing criticism, he responded with a gracious and understanding demeanor.
Ondanks kritiek reageerde hij met een vriendelijke en begripvolle houding.
02
gracieus, vriendelijk
showing elegance, kindness, and good manners
Voorbeelden
The host was gracious, ensuring every guest felt welcome and comfortable at the party.
De gastheer was vriendelijk, ervoor zorgend dat elke gast zich welkom en comfortabel voelde op het feest.
Her gracious reply to the criticism diffused the tension and showed her maturity.
Haar gracieuze antwoord op de kritiek verminderde de spanning en toonde haar volwassenheid.
03
(in Christianity) exhibiting or bestowed with divine favor or blessing
Voorbeelden
The prayer acknowledged God 's gracious mercy in their lives.
She felt saved by the Lord 's gracious act on her behalf.
Lexicale Boom
graciously
graciousness
ungracious
gracious
grace



























