Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
golf club
/ɡˈɑːlf klˈʌb/
/ɡˈɒlf klˈʌb/
Golf club
01
golfclub, golfstok
a tool used by golfers to hit the ball in various ways during a round of golf
Voorbeelden
He chose a golf club from his bag to make the perfect shot.
Hij koos een golfclub uit zijn tas om de perfecte slag te maken.
She practiced her swing with each golf club to improve her game.
Ze oefende haar swing met elke golfclub om haar spel te verbeteren.
02
golfclub, golfvereniging
a club of people to play golf



























