Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to get away
[phrase form: get]
01
ontsnappen, vluchten
to escape from someone or somewhere
Voorbeelden
The thief tried to get away, but the police quickly caught him.
De dief probeerde te ontsnappen, maar de politie pakte hem snel.
The prisoners attempted to get away during the chaos of the riot.
De gevangenen probeerden te ontsnappen tijdens de chaos van de rel.
02
wegkomen, ontsnappen
to go on vacation away from home
Voorbeelden
We decided to get away for the weekend and visit the beach.
We besloten om voor het weekend weg te gaan en het strand te bezoeken.
They often get away to a cozy cabin in the woods to enjoy some peace and quiet.
Ze ontsnappen vaak naar een gezellig hutje in het bos om te genieten van wat rust en stilte.
03
wegkomen, weggaan
to physically distance oneself from a place or person
Voorbeelden
He tried to get away from the crowd at the busy shopping mall.
Hij probeerde zich te verwijderen van de menigte in het drukke winkelcentrum.
She needed a vacation to get away from her stressful job.
Ze had een vakantie nodig om weg te komen van haar stressvolle baan.
get away
01
Niet waar!, Ga weg!
used as an interjection conveys a sense of shock, disbelief, or amazement
Voorbeelden
You 're telling me you won the lottery? Get away!
Vertel je me dat je de loterij hebt gewonnen? Ga weg!
Get away! You actually saw a UFO last night?
Ga weg! Heb je gisteravond echt een UFO gezien?



























