Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
01
een vechtpartij, een knokpartij
a loud, disorderly quarrel or brawl involving multiple people
Voorbeelden
A fray erupted outside the stadium after the match ended.
Een vechtpartij brak uit buiten het stadion nadat de wedstrijd was afgelopen.
Police rushed to break up the fray between rival protest groups.
De politie snelde toe om het handgemeen tussen rivaliserende protestgroepen uiteen te drijven.
to fray
01
rafelen, verslijten
to unravel or become worn at the edges, typically as a result of continuous use or friction
Voorbeelden
The cuffs of his jeans fray from constant rubbing against his shoes.
De zomen van zijn spijkerbroek rafelen door constant wrijven tegen zijn schoenen.
Over time, the rope frayed and eventually snapped under the weight of the heavy load.
Na verloop van tijd raakte het touw versleten en brak uiteindelijk onder het gewicht van de zware last.
02
rafelen, geïrriteerd raken
to become irritable due to prolonged stress
Voorbeelden
Her patience began to fray after hours of waiting.
Haar geduld begon te slijten na uren wachten.
His nerves were fraying under the constant scrutiny.
Zijn zenuwen rafelden af onder de constante aandacht.



























