Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Flower girl
Voorbeelden
The flower girl looked adorable in her white dress and floral crown as she walked down the aisle.
Het bruidsmeisje zag er schattig uit in haar witte jurk en bloemenkroon terwijl ze over de gang liep.
She practiced scattering flower petals along the wedding aisle for her role as the flower girl.
Ze oefende met het strooien van bloemblaadjes langs de trouwgang voor haar rol als bruidsmeisje.
02
a woman who sells flowers in public places, often on the street
Voorbeelden
The flower girl offered roses to passersby.
Children watched the flower girl arranging her bouquet.



























