Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to fit in
[phrase form: fit]
01
erin passen, zich aanpassen
to be socially fit for or belong within a particular group or environment
Intransitive: to fit in | to fit in with a group or culture
Voorbeelden
Moving to a new school can be challenging, but she quickly found a way to fit in with her classmates.
Verhuizen naar een nieuwe school kan een uitdaging zijn, maar ze vond snel een manier om erin te passen bij haar klasgenoten.
He tried to fit in with the local culture by learning the language and customs.
Hij probeerde zich aan te passen aan de lokale cultuur door de taal en gewoonten te leren.
02
inpassen, tijd vrijmaken voor
to make time for something or someone, often by rearranging one's schedule or adjusting one's priorities
Transitive: to fit in an activity
Voorbeelden
I 'll try to fit in a quick meeting with the client before lunch.
Ik zal proberen een snel overleg met de client in te passen voor de lunch.
Despite her busy week, she managed to fit in a workout at the gym.
Ondanks haar drukke week wist ze een work-out in de sportschool in te passen.
03
passen, zich aanpassen
to be able to enter or occupy a space comfortably, without any difficulty or obstruction
Transitive: to fit in sth
Voorbeelden
There ’s no way to fit in the extra luggage in the trunk.
Er is geen manier om de extra bagage in de kofferbak te passen.
We ca n’t fit in any more guests at the table.
We kunnen geen extra gasten meer plaatsen aan tafel.



























