Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Ablution
01
wassing, reinigingsritueel
the act of washing oneself, often as a form of personal or spiritual cleansing
Voorbeelden
He performed his morning ablutions before breakfast.
Hij verrichtte zijn ochtendwassing voor het ontbijt.
Ablution is required before entering the temple.
Ablutie is vereist voordat de tempel wordt betreden.
02
ablutie, ritueel wassen
a ritual washing of a priest's hands or sacred objects in religious ceremonies
Voorbeelden
The priest 's ablution preceded the Eucharist.
De wassing van de priester ging vooraf aan de Eucharistie.
Sacred vessels underwent ablution before the ceremony.
De heilige vaten ondergingen een reiniging voor de ceremonie.



























