Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Engine
01
motor, aandrijving
the part of a vehicle that uses a particular fuel to make the vehicle move
Voorbeelden
The mechanic repaired the engine of the car, which had been making strange noises.
De monteur repareerde de motor van de auto, die vreemde geluiden had gemaakt.
The airplane 's engine roared to life as it prepared for takeoff.
De motor van het vliegtuig brulde tot leven terwijl het zich voorbereidde op het opstijgen.
02
motor, mechanisme
something used to achieve a purpose
03
locomotief
a wheeled vehicle consisting of a self-propelled engine that is used to draw trains along railway tracks
04
oorlogsmachine, belegeringswerktuig
an instrument or machine that is used in warfare, such as a battering ram, catapult, artillery piece, etc.
