Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
efficient
01
efficiënt, productief
(of a person) capable of performing tasks with the least amount of wasted time, effort, or resources
Voorbeelden
By implementing new organizational systems, she was able to become more efficient at managing her workload.
Door nieuwe organisatiesystemen te implementeren, kon ze efficiënter worden in het beheren van haar werklast.
Sarah is an efficient leader, able to delegate tasks effectively and motivate her team to achieve their goals.
Sarah is een efficiënte leider, in staat om taken effectief te delegeren en haar team te motiveren om hun doelen te bereiken.
02
efficiënt, doeltreffend
(of a system or machine) achieving maximum productivity without wasting much time, effort, or money
Voorbeelden
The efficient assembly line increased productivity while reducing production costs.
De efficiënte assemblagelijn verhoogde de productiviteit terwijl de productiekosten werden verlaagd.
Using public transportation is more efficient than driving a car, especially in congested areas.
Het gebruik van het openbaar vervoer is efficiënter dan het rijden met een auto, vooral in drukke gebieden.
Lexicale Boom
efficiently
inefficient
efficient
effici
