Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
01
bureau, werktafel
furniture we use for working, writing, reading, etc. that normally has a flat surface and drawers
Voorbeelden
I have a picture frame with a family photo on my desk.
Ik heb een fotolijstje met een familiefoto op mijn bureau.
My computer is placed on the desk in the office.
Mijn computer staat op het bureau op kantoor.
02
balie, bureau
a counter or table in a business or public setting where transactions or services are conducted
Voorbeelden
She waited at the desk to check in for her flight.
Ze wachtte aan de balie om in te checken voor haar vlucht.
The receptionist greeted me at the front desk.
De receptionist begroette me aan de balie.
