Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
01
hol, schuilplaats
the hidden place where a wild predatory animal lives
Voorbeelden
Bears often construct dens in caves or burrow into the ground for hibernation during the winter months.
Beren bouwen vaak holen in grotten of graven in de grond om te overwinteren tijdens de wintermaanden.
Foxes dig dens in the ground or repurpose existing burrows to raise their young and seek refuge from predators.
Vossen graven holen in de grond of hergebruiken bestaande holen om hun jongen groot te brengen en te schuilen voor roofdieren.
02
a unit of 8–10 Cub Scouts within a larger pack
Voorbeelden
Each den met weekly for activities and games.
The den prepared a skit for the pack meeting.
03
hol, toevluchtsoord
a small, cozy room in a house, typically used as a private study, home office, or a space for relaxation and entertainment
Voorbeelden
He retreats to his den every evening to read or work in peace.
Hij trekt zich elke avond terug in zijn hol om in alle rust te lezen of te werken.
The cozy den has a bookshelf, a recliner, and a fireplace — perfect for relaxing.
De gezellige studie heeft een boekenkast, een ligstoel en een open haard—perfect om te ontspannen.
04
a secluded or secret place used as a refuge, often by outlaws
Voorbeelden
They returned to their den after the theft.
The criminal hid in a remote den for weeks.
