Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
01
schuld, schuldenlast
an amount of money or a favor that is owed
Voorbeelden
After years of diligent saving, he finally managed to pay off his student debt.
Na jaren van ijverig sparen, slaagde hij er eindelijk in zijn studieschuld af te betalen.
They were struggling under the weight of mounting debt and needed to seek financial advice.
Ze worstelden onder het gewicht van oplopende schulden en moesten financiële adviezen inwinnen.
02
schuld
the situation of owing money, usually when it is not easy to pay it back
Voorbeelden
She fell into debt after medical expenses.
Na het verlies van zijn baan worstelde hij met oplopende schulden van creditcards en leningen.
The state of debt forced the business to restructure.
De staatsschuld van het land heeft recordniveaus bereikt, wat economische zorgen veroorzaakt.
03
schuld, verplichting
an obligation to pay or do something
Voorbeelden
He recognized a debt of gratitude to his teacher.
The contract created a debt to complete the project.
