Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to dare
01
durven, wagen
to have the courage to venture or try something new or risky
Transitive: to dare a new or risky action
Voorbeelden
The chef dared a bold fusion of flavors in the traditional recipe.
De chef waagde een gedurfde fusie van smaken in het traditionele recept.
The scientist dared an innovative experiment that challenged existing theories, leading to groundbreaking discoveries.
De wetenschapper waagde een innovatief experiment dat bestaande theorieën uitdaagde, wat leidde tot baanbrekende ontdekkingen.
02
duren
to have the courage or audacity to try or do something challenging or risky
Transitive: to dare to do sth
Intransitive
Voorbeelden
She dared to speak up against the injustice, even when others remained silent.
Ze durfdde te spreken tegen onrecht, zelfs wanneer anderen stil bleven.
He dared to climb the treacherous mountain, facing the physical and mental challenges it presented.
Hij durfde de verraderlijke berg te beklimmen en confronteerde de fysieke en mentale uitdagingen die het presenteerde.
03
uitdagen, durven
to challenge someone to do something difficult, embarrassing, or risky
Ditransitive: to dare sb to do sth
Voorbeelden
I dare you to climb to the top of that tree and touch the highest branch.
Ik daag je uit om naar de top van die boom te klimmen en de hoogste tak aan te raken.
She dared her friend to eat the extremely spicy pepper without taking a drink for five minutes.
Ze daagde haar vriend uit om de extreem pittige peper te eten zonder vijf minuten te drinken.
01
a challenge to do something risky, bold, or foolhardy
Voorbeelden
He accepted the dare to jump off the high diving board.
The children took turns giving each other dares at the sleepover.
Lexicale Boom
daring
daring
dare



























