Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Cuckoo
01
koekoek, gewone koekoek
a medium-sized bird with a grayish-brown plumage that lays its eggs in the nests of other birds
Voorbeelden
The cuckoo's melodic call echoed through the forest, signaling the arrival of spring.
De melodieuze roep van de koekoek echode door het bos, wat de komst van de lente aankondigde.
With stealthy movements, the cuckoo laid its eggs in the nest of a unsuspecting songbird, tricking it into raising its young.
Met stiekeme bewegingen legde de koekoek zijn eieren in het nest van een nietsvermoedende zangvogel, waardoor hij werd misleid om zijn jongen groot te brengen.
02
a man who is foolish, incompetent, or mentally erratic
Voorbeelden
Do n't listen to that cuckoo — he has no idea what he's talking about.
The manager called him a cuckoo after the project failed.
to cuckoo
01
to repeat monotonously, imitating the repetitive call of a cuckoo bird
Voorbeelden
He cuckooed the phrase over and over until everyone got bored.
The child cuckooed the song throughout the morning.
