Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Airliner
01
passagiersvliegtuig, groot vliegtuig voor het vervoer van passagiers
a large aircraft for transporting passengers
Voorbeelden
The airliner took off smoothly from the runway, beginning its journey across the Atlantic.
Het passagiersvliegtuig steeg soepel op van de startbaan, beginnend aan zijn reis over de Atlantische Oceaan.
Airliners are designed to carry hundreds of passengers comfortably over long distances.
Lijnvliegtuigen zijn ontworpen om honderden passagiers comfortabel over lange afstanden te vervoeren.
