Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
cooperative
01
coöperatief, samenwerkend
marked by mutual assistance or shared effort toward a common goal
Voorbeelden
The rescue was a cooperative effort between local police and firefighters.
De redding was een coöperatieve inspanning tussen de lokale politie en brandweerlieden.
Scientists launched a cooperative research project across three universities.
Wetenschappers hebben een coöperatief onderzoeksproject gelanceerd op drie universiteiten.
02
coöperatief, samenwerkend
characterized by a willingness and ability to work harmoniously with others
Voorbeelden
She 's always cooperative during group assignments.
Ze is altijd coöperatief tijdens groepsopdrachten.
The manager praised the team for their cooperative attitude.
De manager prees het team voor hun coöperatieve houding.
03
coöperatief, coöperatieve
pertaining to an organization jointly owned and operated by its members
Voorbeelden
They shop at a cooperative grocery store that supports local farms.
Ze winkelen in een coöperatieve kruidenierswinkel die lokale boerderijen ondersteunt.
The cooperative housing complex is managed by its residents.
Het coöperatieve wooncomplex wordt beheerd door zijn bewoners.
Cooperative
01
coöperatie, coöperatieve vereniging
an organization or business that is jointly owned and run by its members
Voorbeelden
She joined the local agricultural cooperative to gain access to resources and support for her farm.
Ze sloot zich aan bij de lokale landbouwcoöperatie om toegang te krijgen tot middelen en ondersteuning voor haar boerderij.
The cooperative operates as a democratically controlled organization, with each member having a voice in decision-making.
De coöperatie functioneert als een democratisch gecontroleerde organisatie, waarbij elk lid inspraak heeft in de besluitvorming.
Lexicale Boom
cooperativeness
uncooperative
cooperative
operative
operate
oper



























