Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
characteristic
01
kenmerkend, onderscheidend
serving to identify or distinguish something or someone
Voorbeelden
His characteristic wit and humor always brightened the mood in the room.
Zijn kenmerkende scherpzinnigheid en humor maakten altijd de sfeer in de kamer lichter.
It ’s hard to ignore the characteristic smell of coffee in the morning, especially in this café.
Het is moeilijk om de kenmerkende geur van koffie in de ochtend te negeren, vooral in dit café.
Characteristic
Voorbeelden
Her kindness is a characteristic everyone notices.
Haar vriendelijkheid is een kenmerk dat iedereen opmerkt.
One characteristic of good friends is loyalty.
Een kenmerk van goede vrienden is loyaliteit.
02
kenmerk, geheel getal deel
the whole number part of a logarithm, which represents the exponent of the base when expressing the number in scientific notation
Voorbeelden
In log₁₀(500 ), the characteristic is 2 because 500 can be written as 5 × 10².
In log₁₀(500) is de karakteristiek 2 omdat 500 geschreven kan worden als 5 × 10².
For log₁₀(0.01 ), the characteristic is -2, as 0.01 is equivalent to 10⁻².
Voor log₁₀(0,01) is de karakteristiek -2, omdat 0,01 gelijk is aan 10⁻².
Lexicale Boom
characteristically
uncharacteristic
characteristic
characterist
