Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Caller
01
beller, persoon die belt
a person who is calling someone on the phone
Voorbeelden
She recognized the caller's voice as soon as she answered.
Ze herkende de stem van de beller zodra ze opnam.
The caller left a message after not getting an answer.
De beller liet een bericht achter na geen antwoord te hebben gekregen.
02
bezoeker, klant
a social or business visitor
03
bijeenroeper, organisator
the person who convenes a meeting
04
oproeper, omroeper
someone who proclaims or summons in a loud voice
05
omroeper, begeleider
an individual who verbally guides participants through the sequence of steps or figures
Voorbeelden
The caller instructed the dancers on the upcoming moves with clear and precise calls.
De caller instrueerde de dansers over de komende bewegingen met duidelijke en precieze aanwijzingen.
As the caller, he expertly guided the participants through the intricate patterns of the square dance.
Als caller leidde hij de deelnemers vakkundig door de ingewikkelde patronen van de square dance.
06
verhoger, speler die verhoogt
the bettor in a card game who matches the bet and calls for a show of hands
07
koper van een calloptie, houder van een call
an investor who buys a call option
Lexicale Boom
caller
call
