butch
butch
bʊʧ
booch
British pronunciation
/bˈʊt‍ʃ/

Definitie en betekenis van "butch"in het Engels

01

borstelkapsel, kort kapsel

a closely cropped haircut; usually for men or boys
butch definition and meaning
02

een butch, een mannelijke lesbienne

a lesbian who presents herself in a masculine way
SlangSlang
example
Voorbeelden
That butch wore a flannel shirt and boots to the Pride parade.
Die butch droeg een flanellen shirt en laarzen op de Pride-parade.
Everyone recognized her as a butch from her confident, masculine style.
Iedereen herkende haar als een butch aan haar zelfverzekerde, mannelijke stijl.
01

mannelijk, machogedrag

describing a woman who is perceived to have masculine traits or characteristics
02

mannelijk, macho

with a notably masculine appearance or behavior
LanGeek
Download de App
langeek application

Download Mobile App

stars

app store