Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
01
genaamd, genoemd
having a specific name
Voorbeelden
The award was given to a student named Emily Johnson.
De prijs werd uitgereikt aan een student genaamd Emily Johnson.
They interviewed a witness named Carlos Martinez.
Ze interviewden een getuige genaamd Carlos Martinez.
02
genoemd, benoemd
having been given a specific name or title
Voorbeelden
The company ’s newly named product line includes several innovative items.
De recentelijk genoemde productlijn van het bedrijf omvat verschillende innovatieve artikelen.
The charity ’s recently named annual event raised significant funds.
Het recentelijk genoemde jaarlijkse evenement van het goede doel heeft aanzienlijke fondsen opgehaald.
03
genoemd, aangewezen
specifically mentioned or identified by name
Voorbeelden
The named witnesses in the case were called to testify.
De genoemde getuigen in de zaak werden opgeroepen om te getuigen.
During the interview, she referred to the named experts who contributed to the study.
Tijdens het interview verwees ze naar de genoemde experts die aan de studie hebben bijgedragen.
04
benoemd, aangewezen
chosen or appointed for a specific role or position
Voorbeelden
She was named the team captain for the season.
Ze werd benoemd tot teamaanvoerder voor het seizoen.
He was the most recent person to be named ambassador to the United Nations.
Hij was de meest recente persoon die benoemd werd als ambassadeur bij de Verenigde Naties.
Lexicale Boom
unnamed
named
name



























