Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
in a row
01
achter elkaar, ononderbroken
following one after another without interruptions
Voorbeelden
Winning five games in a row boosted the team's confidence.
Vijf wedstrijden op rij winnen verhoogde het zelfvertrouwen van het team.
Losing three times in a row affected his mood.
Drie keer achter elkaar verliezen had invloed op zijn humeur.
02
in een rechte lijn, achter elkaar
in a line that is straight
Voorbeelden
The chairs were set up in a row for the conference.
De stoelen stonden op een rij voor de conferentie.
The kids lined up in a row for their class photo.
De kinderen stonden op een rij voor hun klassenfoto.



























