Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Cancer stick
01
kankerstok, doodsigaret
used to refer to a cigarette, often due to the well-known health risks associated with smoking
Voorbeelden
She tossed her last cancer stick into the trash can, determined to lead a smoke-free life.
Ze gooide haar laatste sigaret in de prullenbak, vastbesloten om een rookvrij leven te leiden.
He was aware of the dangers of smoking and chose not to pick up another cancer stick.
Hij was zich bewust van de gevaren van roken en koos ervoor om geen nieuwe sigaret op te steken.



























