Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Boat trip
01
boottocht, vaartocht
a journey or trip taken by boat for pleasure or transportation purposes
Voorbeelden
We went on a relaxing boat trip down the river.
We gingen op een ontspannende boottocht de rivier af.
The boat trip offered stunning views of the coastline.
De boottocht bood een prachtig uitzicht op de kustlijn.



























