Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to fit up
[phrase form: fit]
01
uitrusten, voorzien
to fully supply with equipment, clothes, food, or other necessities
Voorbeelden
The organization helped fit up the disaster relief teams with essential supplies.
De organisatie hielp de rampenhulpteams uit te rusten met essentiële benodigdheden.
They planned to fit the school library up with a wide selection of books and educational materials.
Ze waren van plan om de schoolbibliotheek uit te rusten met een brede selectie van boeken en educatieve materialen.
02
bewijs fabriceren, iemand erin luizen
to fabricate evidence in order to make it appear as though somebody is guilty of a crime they have not committed
Dialect
British
BritishVoorbeelden
The corrupt detective tried to fit up the innocent suspect by planting false evidence at the crime scene.
De corrupte detective probeerde de onschuldige verdachte erin te luizen door vals bewijs op de plaats delict te plaatsen.
He was falsely accused, and the police were attempting to fit him up for a crime he did n't commit.
Hij werd vals beschuldigd en de politie probeerde hem te framen voor een misdaad die hij niet had gepleegd.
