Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to run up on
[phrase form: run]
01
onverwacht en agressief confronteren, aanvallen
to unexpectedly and aggressively confront someone
Voorbeelden
He ran up on his rival at the party and started a heated argument.
Hij viel aan zijn rivaal op het feestje en begon een verhitte discussie.
The angry customer ran up on the store manager, demanding a refund.
De boze klant stormde af op de winkelmanager en eiste een terugbetaling.



























