Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to pick on
[phrase form: pick]
01
pesten, plagen
to keep treating someone unfairly or making unfair remarks about them
Transitive: to pick on sb
Voorbeelden
It 's not nice to pick on your younger brother just because he's smaller than you.
Het is niet aardig om je jongere broer te pesten alleen omdat hij kleiner is dan jij.
Teachers often advise students not to pick on their classmates.
Leraren adviseren leerlingen vaak om niet te pesten met hun klasgenoten.
02
uitkiezen, aanwijzen
to choose someone specifically for a particular task or responsibility
Transitive: to pick on sb
Voorbeelden
The coach picked on James to take the final penalty shot.
De coach koos James om de laatste strafschop te nemen.
For the school project, I decided to pick on Sarah because she's great at research.
Voor het schoolproject besloot ik Sarah te kiezen omdat ze erg goed is in onderzoek.
