Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
01
zone, gebied
a specific area with unique characteristics
Voorbeelden
This park has a zone for picnics and another for sports.
Dit park heeft een zone voor picknicks en een andere voor sport.
The city divided its neighborhoods into residential zones.
De stad verdeelde zijn buurten in woonzones.
02
zone
a part on the surface of the Earth marked by specific coordinates
03
zone, gordel
(anatomy) any encircling or beltlike structure
04
zone, regio
an area or region distinguished from adjacent parts by a distinctive feature or characteristic
to zone
01
indelen in zones, zones verdelen
to divide into different areas or sections
Transitive: to zone a space or area
Voorbeelden
The school board has zoned the district to optimize bus routes for efficiency.
De schoolraad heeft het district gezoneerd om de busroutes voor efficiëntie te optimaliseren.
They decided to zone the park, designating specific areas for different recreational activities.
Ze besloten het park te zones, waarbij specifieke gebieden werden aangewezen voor verschillende recreatieve activiteiten.
02
zoning toepassen, toewijzen
to designate or allocate an area of land for a specific use or purpose
Transitive: to zone an area for a purpose or activity
Voorbeelden
The city council decided to zone the downtown area for commercial development to attract businesses.
De gemeenteraad besloot om het centrum te zones voor commerciële ontwikkeling om bedrijven aan te trekken.
The urban planner recommended zoning the waterfront district for mixed-use development.
De stedenbouwkundige beval aan om het waterfrontdistrict voor gemengde ontwikkeling te zoneren.
Lexicale Boom
zonal
zone



























