Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
blankly
01
1. leeg 2. uitdrukkingsloos
in a way that shows no interest, curiosity, or engagement
Voorbeelden
He stared blankly at the speaker, barely listening.
Hij staarde leeg naar de spreker, amper luisterend.
She blankly nodded, her mind elsewhere.
Ze knikte leeg, haar gedachten waren elders.
Voorbeelden
She looked blankly at the shattered glass.
Ze keek leeg naar het gebroken glas.
He turned to me blankly, as if in a daze.
Hij draaide zich naar me toe met een lege blik, alsof hij in verwarring was.
02
leeg, zonder versiering
in a way that is plain or featureless, with no distinctive or decorative qualities
Voorbeelden
The long wall stretched blankly across the field.
De lange muur strekte zich leeg over het veld uit.
Rows of identical buildings stood blankly against the overcast sky.
Rijen identieke gebouwen stonden leeg tegen de bewolkte lucht.
Voorbeelden
The manager blankly rejected the request.
De manager wees het verzoek categorisch af.
He blankly denied knowing anything about it.
Lexicale Boom
blankly
blank



























