Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
too
01
te, overmatig
more than is acceptable, suitable, or necessary
Voorbeelden
This room is too cold to sleep in.
Deze kamer is te koud om in te slapen.
That dress is too expensive for me.
Die jurk is te duur voor mij.
02
ook, eveneens
used to show that a statement about one thing or person also applies to another
Voorbeelden
She loves classical music, and her sister does too.
Ze houdt van klassieke muziek, en haar zus ook.
They arrived late, and we did too.
Ze kwamen te laat, en wij ook.
Voorbeelden
That movie was too funny!
Die film was te grappig!
I 'm not too sure about his idea.
Ik ben niet te zeker van zijn idee.
04
ook, eveneens
used to assert the opposite of a negative claim
Voorbeelden
" You ca n't do it. " — " I too can! "
"Jij kunt het niet." — "Ik ook!"
" You 're not ready. " — " I am too! "
"Je bent niet klaar." — "Ik ben ook klaar!"
4.1
ook, echt
used simply to intensify without a contrast or comparison
Voorbeelden
I do too love a good story on a cold night.
Ik houd ook van een goed verhaal op een koude nacht.
She did it too, just like that.
Ze deed het ook, gewoon zo.



























