Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
threatening
01
bedreigend, dreigend
causing or showing a potential for harm or danger, often in a way that makes someone feel scared
Voorbeelden
The threatening tone of his voice made her feel uneasy.
De dreigende toon van zijn stem maakte haar ongemakkelijk.
The threatening behavior of the aggressive dog made pedestrians cross the street to avoid it.
Het bedreigende gedrag van de agressieve hond deed voetgangers de straat oversteken om hem te vermijden.
02
dreigend, verontrustend
indicating that severe weather is likely, often characterized by dark, ominous clouds or signs of a storm
Voorbeelden
The threatening clouds rolled in quickly, and the temperature dropped, signaling an impending thunderstorm.
De dreigende wolken rolden snel binnen en de temperatuur daalde, wat een naderend onweer signaliseerde.
The threatening winds whipped through the trees, making it clear that a hurricane was on its way.
De dreigende winden sloegen door de bomen, wat duidelijk maakte dat een orkaan onderweg was.
Threatening
01
bedreiging, intimidatie
the act of expressing an intention to cause harm or danger
Voorbeelden
His repeated threatening of the employees led to a formal investigation.
Zijn herhaalde bedreigingen aan het adres van de werknemers leidden tot een formeel onderzoek.
The threatening of witnesses in the case led to tighter security measures.
Het bedreigen van getuigen in de zaak leidde tot strengere veiligheidsmaatregelen.
Lexicale Boom
threateningly
unthreatening
threatening
threaten



























