swim
swim
swɪm
svim
British pronunciation
/swɪm/

Definitie en betekenis van "swim"in het Engels

to swim
01

zwemmen, aan zwemmen doen

to move through water by moving parts of the body, typically arms and legs
Intransitive
to swim definition and meaning
example
Voorbeelden
My sister swims every morning before breakfast.
Mijn zus zwemt elke ochtend voor het ontbijt.
Last summer, he swam in the ocean for the first time.
Afgelopen zomer zwom hij voor het eerst in de oceaan.
02

zwemmen, drijven

to float or move in a liquid substance, typically water
Intransitive
example
Voorbeelden
The rubber duckies swam in the bathtub.
De rubbereendjes zwommen in het bad.
The colorful paper boats swam in the pond, sailing gracefully on the still water.
De kleurrijke papieren bootjes zwommen in de vijver, sierlijk zeilend op het stille water.
03

zwemmen, onderdompelen

to be submerged or covered by a liquid
Intransitive: to swim in sth
example
Voorbeelden
The ice cream sundae arrived at the table with a mountain of whipped cream swimming in chocolate syrup.
Het ijs-sundae arriveerde op tafel met een berg slagroom die in chocoladesiroop dreef.
The breakfast plate showcased fluffy pancakes swimming in a pool of maple syrup.
Het ontbijtbord toonde luchtige pannenkoeken die in een plas esdoornsiroop zwommen.
04

het hoofd voelen draaien, duizelig worden

to feel lightheaded, dizzy, or disoriented
Intransitive
example
Voorbeelden
After standing up too quickly, she felt her head swim for a moment.
Nadat ze te snel was opgestaan, voelde ze haar hoofd even draaien.
The intense heat made him dizzy, causing his head to swim.
De intense hitte maakte hem duizelig, waardoor zijn hoofd begon te zwemmen.
05

zwemmen

to engage in or participate in swimming as a sport or leisure activity
Transitive: to swim a race or stroke
example
Voorbeelden
Every morning, she swims laps in the pool as part of her fitness routine.
Elke ochtend zwemt ze baantjes in het zwembad als onderdeel van haar fitnessroutine.
The talented swimmer decided to swim the individual medley for the championship.
De getalenteerde zwemmer besloot de individuele wisselslag voor het kampioenschap te zwemmen.
01

zwemmen, zwempartij

a period or act of moving our body through water with the use of our arms and legs
swim definition and meaning
example
Voorbeelden
She enjoyed a refreshing swim in the lake on a hot summer day.
Ze genoot van een verfrissende zwempartij in het meer op een warme zomerdag.
The swim was invigorating, and it left him feeling energized for the rest of the afternoon.
De zwempartij was verfrissend en liet hem de rest van de middag energiek voelen.
LanGeek
Download de App
langeek application

Download Mobile App

stars

app store