Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Stupor
01
verdoving, verstarring
a state in which a person is only partially conscious and largely unresponsive
Voorbeelden
After the accident, he was in a stupor and barely reacted.
Na het ongeluk was hij in een stupor en reageerde nauwelijks.
The patient fell into a stupor following the surgery.
De patiënt viel in een stupor na de operatie.
02
verdoving, verstarring
a numbed state caused by sudden shock, grief, or misfortune
Voorbeelden
She was in a stupor after hearing the news of the fire.
Ze was in een verdoving nadat ze het nieuws over de brand had gehoord.
The collapse of the project left him in a stupor.
De ineenstorting van het project liet hem achter in een verdoving.
Lexicale Boom
stuporous
stupor
