Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to squabble
01
ruzie maken, twisten
to noisily argue over an unimportant matter
Intransitive: to squabble about sth | to squabble over sth
Voorbeelden
The children began to squabble over the last piece of cake, each insisting it was rightfully theirs.
De kinderen begonnen te ruzieën om het laatste stukje taart, elk volhoudend dat het rechtmatig van hen was.
Siblings often squabble about sharing toys, leading to frequent disagreements.
Broers en zussen maken vaak ruzie over het delen van speelgoed, wat leidt tot frequente meningsverschillen.
Squabble
01
ruzie, geschil
a noisy argument over an unimportant matter
Voorbeelden
The siblings had a squabble over who got the bigger slice of cake.
De broers en zussen hadden een ruzie over wie het grotere stuk taart kreeg.
Their squabble about the TV remote seemed insignificant compared to their overall relationship.
Hun ruzie over de afstandsbediening leek onbeduidend in vergelijking met hun algehele relatie.



























