Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
singular form
/sˈɪŋɡjʊlɚ fˈɔːɹm/
/sˈɪŋɡjʊlə fˈɔːm/
Singular form
01
enkelvoudsvorm, enkelvoud
a grammatical structure of a word that refers to one person or thing
Voorbeelden
The word " dog " is in its singular form, while " dogs " is plural.
Het woord "hond" staat in zijn enkelvoudige vorm, terwijl "honden" meervoud is.
In English, verbs often change depending on whether the subject is in singular form or plural form.
In het Engels veranderen werkwoorden vaak afhankelijk van of het onderwerp in het enkelvoud of meervoud staat.
